Ga naar hoofdinhoud

Planetenpad

Via het Planetenpad fietst of wandelt u van de zon naar Pluto (of omgekeerd) langs alle planeten. Het Planetenpad ligt tussen Sterrenwacht Halley in Vinkel en Natuurcentrum De Maashorst in Slabroek (bij Nistelrode). Het valt voor een groot deel samen met het fietsknooppuntennetwerk van de VVV Noordoost-Brabant.
Klik hier voor meer informatie over het Planetenpad en de routebeschrijving.

De volgende hemellichamen komt u tegen tijdens uw fiets- of wandeltocht.

DE ZON

Onze zon is de dichtstbijzijnde ster. Alle sterren zijn zonnen.
In vergelijking met de planeten is de zon enorm: er passen meer dan een miljoen aardbollen in de zon!
Toch is de zon geen grote ster, maar een ‘gele dwergster’.
De zon is 4,6 miljard jaar oud; ongeveer even oud als onze aarde. Hij draait in ongeveer 25 aardse dagen om haar as.
In de zon vindt voortdurend kernfusie plaats: waterstof wordt omgezet in helium. Voorlopig is er nog voor zo’n 5,5 miljard jaar voorraad aan waterstof. Als de voorraad waterstof opraakt, zal de zon veranderen in een ‘rode reus’. Mercurius en Venus zullen worden opgeslokt door de zon. Uiteindelijk zullen de buitenste lagen van de zon zo instabiel worden, dat ze in de ruimte worden weggeslingerd. Er blijft dan een kleine kern over, bijna even groot als de aarde. Deze kern, een ‘witte dwergster’, zal langzaam afkoelen.
Aan het oppervlak van de zon zijn vaak zonnevlekken en zonnevlammen te zien. Kijk nooit zelf in de zon; niet met het blote oog en zeker niet met een kijker!
Door de zonnevlammen komen er vele geladen deeltjes in de ruimte: de zonnewind. Deze kunnen op aarde zorgen voor het poollicht.

MERCURIUS

Mercurius is de kleinste planeet van het zonnestelsel en lijkt uiterlijk wel wat op onze maan: de planeet is ongeveer even groot en is net als de maan bedekt met kraters.
Mercurius staat het dichtst bij de zon: op bijna 58.000.000 km.
Het zonlicht doet er maar drie minuten over om Mercurius te bereiken. Als je deze afstand per fiets af zou leggen, zou je er 367 jaar over doen.
Mercurius heeft geen dampkring van betekenis. Hierdoor zijn de temperatuurverschillen tussen dag en nacht erg groot: ’s nachts kan het -170 °C vriezen, overdag loopt de temperatuur op tot meer dan +400 °C.
Mercurius is klein, maar snel: een rondje rond de zon kost maar 88 aardse dagen. Een dag op Mercurius duurt echter lang: een rondje om de eigen as duurt 59 aardse dagen.

VENUS

Venus is ongeveer even groot als de aarde, maar verder zijn beide planeten totaal verschillend.
Een dag op Venus duurt het langst van alle andere planeten: 243 aardse dagen. Een dag duurt er zelfs langer dan een Venusjaar: Venus draait in 225 dagen een rondje om de zon.
Op Venus komt de zon in het Westen op: deze planeet draait in tegenstelling tot de meeste andere planeten linksom rond haar as.
Venus staat niet het dichtst bij de zon, maar is toch de warmste planeet: het kan er meer dan +460° C worden! Dat komt doordat Venus een hele dikke dampkring heeft, met een groot broeikaseffect.
Op Venus regent het zwavelzuur. De luchtdruk is er honderd keer hoger dan op aarde. Leven zoals wij dat kennen, is op Venus dan ook niet mogelijk.
Venus is afwisselend een ‘Morgenster’ of ‘Avondster’. Dat wil zeggen dat zij maandenlang enkele uren voor zonsopkomst aan de oostelijke hemel schittert, gevolgd door een periode dat zij urenlang na zonsondergang mooi te zien is in het westen.

AARDE

De aarde is vanuit de ruimte gezien een grotendeels blauwe planeet: 70% van de oppervlakte bestaat uit vloeibaar water.
Het is tot dusver de enige bekende planeet waarop leven voorkomt. De aarde zelf is 4,6 miljard jaar geleden ontstaan; het leven ongeveer 1 miljard jaar daarna.
De planeet draait met 107.218 km per uur in iets meer dan 365 dagen eenmaal rond de zon.
De aarde is vanaf de zon gezien de eerste, maar zeker niet de enige planeet met een maan. Onze maan is mogelijk ontstaan door een botsing van een klein planeetje met de aarde toen deze nog jong was. De maan is ongeveer vier keer zo klein als de aarde; de zwaartekracht is dan ook veel minder groot dan hier. Bij iemand die op aarde 70 kg weegt, zal een weegschaal op de maan slechts 11 kg aangeven.
De maan staat gemiddeld 384.400 km van ons vandaan, altijd met dezelfde kant naar ons toegekeerd. Per fiets zou je er ongeveer 2,4 jaar over doen om van de aarde naar de maan te rijden.

MARS

Mars, ook wel bekend als de Rode Planeet, heeft net als de aarde een (ijle) dampkring en poolkappen. Het ijs op de polen bestaat onder meer uit bevroren water. Daarnaast lijkt het erop dat Mars ook vloeibaar water aan het oppervlak heeft gekend. De dampkring is nu echter te ijl om vloeibaar water langere tijd te laten bestaan.
Het ijzeroxide (‘roest’) dat in de bodem zit, geeft de planeet haar rode kleur.
Mars staat net als de aarde een beetje scheef, waardoor er ook op Mars seizoenen zijn.
Mars heeft twee kleine maantjes: Phobos en Deimos (‘angst’ en ‘vrees’). Dat zijn waarschijnlijk planetoïden (stukken materie die rond de zon bewegen) die door de zwaartekracht van Mars in een baan om de planeet zijn getrokken.
Ook Mars is geregeld met het blote oog aan de hemel te zien.

CERES en de PLANETOÏDEN

Ceres bevindt zich in de gordel van miljoenen planetoïden of asteroïden tussen Mars en Jupiter. Planetoïden zijn niet-bolvormige objecten van steen, ijzer/nikkel en ijs, met een grootte van 10 meter tot bijna 600 km kilometer. Pallas is de grootste planetoïde. Hij heeft een doorsnede van 583 km.
Ceres is met 975 km het grootste object in de planetoïdengordel, maar drie keer kleiner dan onze maan. Ceres is geen planetoïde en ook geen planeet, maar een dwergplaneet.
Ceres is ontdekt in 1801. Op Ceres is mogelijk water aanwezig in de vorm van ijs.
Ceres en de planetoïde Vesta zijn de enige twee objecten in de planetoïdengordel die onder gunstige omstandigheden met het blote oog te zien zijn.

JUPITER

Jupiter is een gasreus en bestaat bijna helemaal uit gas. Hij heeft een betrekkelijk kleine vaste kern.
Het is de grootste planeet uit ons zonnestelsel: de aarde past 1.300 keer in Jupiter!
Door de grote druk op de kern loopt de temperatuur daar op tot boven de 20.000° C.
De zwaartekracht op Jupiter is veel groter dan op aarde: iemand die hier 70 kg weegt, zou op Jupiter 165 kg wegen. Jupiter is de stofzuiger van ons zonnestelsel: doordat de planeet zo groot is, trekt hij allerlei ruimtepuin naar zich toe. Tot nu toe zijn bij Jupiter 79 manen geteld. De planeet heeft zelfs een ringenstelsel, maar die valt in het niet bij dat van Saturnus.
Een dag op Jupiter duurt het kortst van alle planeten: 9 uur en 50 minuten. De planeet draait zo snel rond haar as, dat ze een wat afgeplatte vorm heeft.
Op Jupiter raast al honderden jaren een storm (de ‘rode vlek’) met windkracht 18, zo groot als  twee aardbollen. Daarnaast zijn duidelijk witte en oranje banden op het oppervlak te zien. Deze bestaan uit stijgende (witte) en dalende (oranje) gasmassa’s.
Bij helder weer is Jupiter ’s nachts geregeld regelmatig als een heldere stip aan de hemel te zien. Door een telescoop vertoont hij zich als een klein bolletje. De vier grootste manen (Io, Europa, Ganymedes en Callisto) zijn al  met een verrekijker goed te zien.

SATURNUS

Saturnus heeft een opvallend stelsel van duizenden ringen. De ringen bestaan uit stofdeeltjes en miljarden brokken steen en ijs. Deze variëren in grootte van een paar centimeter tot enkele tientallen meters. De diameter van het ringenstelsel is 282.000 kilometer. De dikte van het ringenstelsel is veel kleiner: 1 kilometer of minder. Saturnus is een gasreus en heeft als enige planeet een dichtheid lager dan water. Als je Saturnus in een bak water zou kunnen leggen, zou de planeet blijven drijven!
Saturnus is als een heldere stip aan de hemel zichtbaar. Door een telescoop zie je hem als een klein geringd bolletje en kun je ook enkele grote manen ontwaren. Tot nog toe zijn bij Saturnus 82 manen ontdekt, waarvan de grootste Titan heet.

URANUS

Uranus is de op twee na grootste planeet uit ons zonnestelsel. Door de grote afstand tot de aarde is de planeet voor ons echter nauwelijks met het blote oog zichtbaar. Uranus staat twee keer zo ver van de zon af als buurplaneet Saturnus. Het is de eerste planeet die ontdekt werd sinds de uitvinding van de telescoop (ontdekt in 1781).
Uranus is een ijsreus, met een vaste kern en een mantel die naar buiten toe steeds vloeibaarder en gasvormiger wordt. De planeet heeft een ringenstelsel, maar dat is niet zo groot als het ringenstelsel van Saturnus.
Net als Venus draait ook Uranus linksom rond zijn as, maar de as van Uranus is in vergelijking met de andere planeten ook nog eens een kwartslag gekanteld. Mogelijk is de planeet in het verre verleden tegen een ander groot hemellichaam gebotst. De blauwe kleur van de planeet wordt veroorzaakt door methaan in de atmosfeer.
Bij Uranus zijn tot nu toe 27 grote en kleine manen ontdekt. Bijna allemaal zijn vernoemd naar personages uit stukken van Shakespeare, zoals Oberon, Ophelia en Juliet.

NEPTUNUS

Neptunus staat van alle planeten het verst van de zon af. Eén omloop rond de zon duurt 165 jaar. Sinds de ontdekking van de planeet in 1846 heeft de planeet pas één volle ronde om de zon afgelegd!
Neptunus is ijsreus en heeft een onopvallend ringenstelsel.  Zijn 14 bekende manen zijn genoemd naar Griekse goden die met water worden geassocieerd. De bekendste maan is Triton. Triton is het koudste hemellichaam van het hele zonnestelsel: het is er -235 °C.
Neptunus is alleen met een sterke telescoop als planeet herkenbaar. Het methaan in de atmosfeer geeft Neptunus een blauwe kleur.

PLUTO

Pluto telde na zijn ontdekking in 1930 lang mee als de negende planeet van ons zonnestelsel. Er werden echter steeds meer Pluto-achtige objecten ontdekt, die in een aantal opzichten verschilden van de acht grote planeten. Vanwege die verschillen besloot de Internationale Astronomische Unie in 2006 Pluto niet meer als planeet aan te merken maar als dwergplaneet. Nog vier andere soortgelijke hemellichamen, waaronder Ceres tussen Mars en Jupiter, zijn nu ook dwergplaneet. Dat kunnen er in de loop der tijd veel meer worden.
Pluto is kleiner dan onze maan, en heeft waarschijnlijk een rotsachtige kern en mantel van bevroren water. En hij heeft een heel ijle atmosfeer van stikstof, kooldioxide en methaan.
De dwergplaneet heeft vijf maantjes, waarvan Charon de grootste en bekendste is.
In juli 2015 scheerde de NASA-ruimtesonde New Horizons vlak langs Pluto.

De glazen zon met de 10 planeten
Back To Top